Viering oprichting Evangelisch College

Oktober 2011.
Op zaterdag 29 oktober 2011 jl. vond er in Amerongen een feestelijke bijeenkomst plaats ter gelegenheid van de officiële oprichting van het Evangelisch College. In besloten kring van bestuursleden, medewerkers en docenten werd o.a. nagedacht over het thema ‘Wat is Evangelisch?’

Nadat in de ochtend de jaarlijkse diploma uitreiking had plaatsgevonden van de Evangelische Toerusting  School (ETS), verzamelden in Amerongen rond het middaguur bestuur, medewerkers en docenten van het Evangelisch College voor een eerste gezamenlijke docentenontmoeting. Algemeen-directeur Cees van Nes sprak van een ‘historische gebeurtenis’.  Terugblikkend op ruim 50 jaar geschiedenis van stichting Evangelische Bijbelscholen (EBS) en ruim 25 jaar geschiedenis van st. Evangelische Theologische Academie (ETA), concludeerde hij dat door de fusie van EBS en ETA er een nieuwe organisatie was ontstaan, het Evangelisch College, met een ervaring van 75 jaar van Bijbel(getrouw)onderwijs. Met een huidig aantal van ruim 1350 studenten/cursisten benadrukte Van Nes de verantwoordelijkheid die de organisatie draagt. Onderwijs heeft immers een grote impact in mensenlevens. Het verlangen werd uitgesproken dat het Evangelisch College tot zegen mag zijn voor de kerk van Nederland.

Wat is Evangelisch?

Vervolgens hield Nathan Witkamp een lezing over de vraag ‘Wat is Evangelisch?’. Verwijzend naar een aantal recente artikelen in christelijke media illustreerde hij hoe de term ‘evangelisch’ vaak verwarring oproept. De term ‘evangelisch’ in de naam Evangelisch College verwijst echter niet naar een kerkdenominatie (waar de term ‘evangelisch’ vaak mee wordt vereenzelvigd) maar naar de evangelische beweging; een beweging die over kerkmuren heengaat en te vinden is in bijna alle christelijke denominaties. Zich met name baserend op theoloog Alister McGrath deed Witkamp het voorstel om de evangelische beweging te typeren aan de hand van 7 fundamenten die bepalend zijn voor de identiteit van de evangelische beweging:

1. Het soevereine gezag van de Schrift
2. De majesteit van Jezus Christus
3. Christus’ verlossingswerk als enige weg tot behoud
4. De realiteit van de Heilige Geest
5. De noodzaak van persoonlijke bekering
6. Het belang van de christelijke gemeenschap
7. Het uitdragen van het evangelie door evangelisatie en sociale zorg.

Over andere dogmatische zaken (kerkleer; ambten; positie van de vrouw; eindtijd; etc.) worden verschillen geaccepteerd (agree to disagree). Na in hoofdlijnen de historische wortels van de Evangelische beweging te hebben geschetst, pleitte Witkamp voor een evangelische identiteit die gevormd is door de recente geschiedenis, maar gegrond is in de apostolische en de post-apostolische periode, in de traditie van het katholiek-apostolisch christendom, zoals verwoord in de zelfdefinities van de Apostolische geloofsbelijdenis en de geloofsbelijdenis van Nicea Constantinopel. Ter verduidelijking van het belang van de historische wortels van de evangelische identiteit introduceerde Witkamp het begrip ‘katholiek-evangelisch’.
Na afloop van de lezing gingen docenten in groepen uiteen om met elkaar de lezing te bespreken en na te denken over de vraag hoe de identiteit van het Evangelisch College nader gestalte kan krijgen in het onderwijs.

Dankdienst

De middag werd afgesloten met een dankdienst. Vice-voorzitter John de Leeuw verzorgde hierin een meditatie waarin hij het levensverhaal van Eta Linnemann (1926-2009) aanhaalde ter illustratie van het belang van Bijbelgetrouwonderwijs.  In 1978 veroorzaakte Eta Linnemann – toen 52 jaar oud – een enorme opschudding toen zij verklaarde een omkeer in haar leven te hebben ervaren. Op grond hiervan nam zij afstand van de historisch-kritische methode en vroeg haar lezers al haar vorige publicaties te vernietigen. De Leeuw: “Eta Linnemann kwam tot de overtuiging dat de Bijbel betrouwbaar is, zoals Paulus dat schrijft aan Timotheüs in 1 Tim. 1: 15: ‘Dit is een getrouw woord en alle aanneming waard, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaren te behouden.’  Zo wil ook het Evangelisch College vasthouden aan het getuigenis van de Bijbel.”

Uitgelichte berichten