Zien en geloven. Een herwaardering van Thomas

Bijbelstudie over Johannes 20:24-31

Ongelovige Thomas, zo is hij de geschiedenis in gegaan. Door de eeuwen heen heeft hij model gestaan voor hen die vragen stellen, voor hen die eerst bewijzen willen zien. Voor degenen die de rede boven geloof wilden stellen, werd Thomas een held. De patroonheilige van de wetenschappers werd hij genoemd.

Voor de gelovigen echter bleef Thomas veelal een negatief voorbeeld, als de leerling die tekortschoot, de leerlinge voor wie Jezus een hand over het hart moest strijken. Binnen de gemeenschap van gelovigen is Thomas degene die je niet wilt zijn. En wij prijzen ons gelukkig omdat wíj niet hebben gezien – en toch geloven. Is dit terecht?

Het verhaal

Laten we teruggaan naar het verhaal over Thomas in het evangelie van Johannes. We lezen over twee ontmoetingen na de opstanding in Jeruzalem. Tijdens de eerste ontmoeting verscheen Jezus in het midden van zijn leerlingen, wenste hen vrede en toonde hen zijn handen en zijn zijde, waar de verwondingen van de kruisiging zichtbaar waren. Thomas, die niet bij de eerste ontmoeting aanwezig was, had in de tussenliggende week tegen de andere leerlingen gezegd: ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven’. Tijdens de tweede ontmoeting richtte Jezus zich tot Thomas, nodigde hem uit om zijn wonden aan te raken en zei: ‘Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ Waarop Thomas zijn geloof beleed.

Wie het verhaal zorgvuldig leest, moet het zijn opgevallen dat Thomas in zijn reactie niet noodzakelijk verschilde van de andere discipelen. We lezen niets over geloof of ongeloof bij de anderen tijdens de eerste ontmoeting. Wellicht hadden ook zij – vanuit het verlangen om Jezus’ wonden te zien – op dezelfde manier gereageerd als Thomas deed. Het enige verschil tussen Thomas en de anderen is dat Thomas er de eerste ontmoeting niet bij was geweest. Het evangelie vertelt ons niet waarom. Viel Thomas buiten de groep? Waren er bepaalde omstandigheden? Wat moeten we denken over de leerling die deze belangrijke ontmoeting had gemist?

Thomas heeft door de eeuwen heen model gestaan voor hen die vragen hebben.

Zien en geloven in het evangelie van Johannes

In het evangelie van Johannes is de combinatie zien-en-geloven heel normaal. Sterker nog, het lijkt Johannes er om te doen te zijn geweest om zijn lezers te laten zien dat Jezus zien en in Hem geloven juist bij elkaar horen. Net een aantal dagen voor Jezus’ ontmoeting met de leerlingen was Johannes zelf het graf binnen gegaan om te zien. ‘Hij zag het en geloofde’, lezen we. Het Johannes evangelie heeft zoveel meer verhalen die Jezus zien en geloven aan elkaar koppelen. ‘Kom en zie!’, zeggen de leerlingen tegen elkaar. De dorpsgenoten van de Samaritaanse vrouw bij de bron van Jacob geloofden pas dat Jezus werkelijk de Zaligmaker van de wereld is, toen zij Hem zélf ontmoetten. En niet alleen in zijn verhalen, maar ook in de introductie tot zijn evangelie gebruikt Johannes ditzelfde motief. Niemand heeft ooit God gezien, schrijft Johannes, maar de eniggeboren Zoon heeft Hem verklaard. Ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, heeft eeuwig leven.

Tegen Thomas zei Jezus: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’ Zou Jezus dan werkelijk bedoelen dat het beter is om te geloven zonder Jezus te willen zien? Waarschijnlijker is dat Jezus deze uitspraak deed om de gelovigen te bemoedigen die later in Hem zouden gaan geloven, zoals de gelovigen in de gemeenschap van Johannes ten tijde van het schrijven van zijn evangelie, enkele tientallen jaren na Jezus’ hemelvaart. Waren zij betere gelovigen dan de personen uit het evangelie zelf? Nee, gezien het geheel van het evangelie is zíen en geloven ook goed.

Thomas zijn in onze tijd

En wij? Is geloven zonder zien in onze gelovige gemeenschap een overtreffende trap geworden, een pijler van geestelijk heldendom? Of is er ook bij ons, net als bij Thomas en de andere leerlingen, het verlangen om Jezus te zien en mee te maken, om de bevestiging te ontvangen dat het echt waar is? Enkele gelukkigen hebben een mystieke ervaring gehad. Vele anderen ontmoeten Jezus in de Bijbel, door als het ware in de verhalen over Jezus te gaan leven en zo ervaringen met hem op te doen. Een verhaal in de Bijbel is niet alleen een overdracht van informatie, het doet iets met je als lezer, je identificeert je met de personen. Jezus zien en geloven kan verschillende vormen aannemen.

Even zo mooi is het om Jezus te ontmoeten in elkaar. Hoe? Johannes geeft hier aanwijzingen voor in zijn eerste brief, waarin hij de gelovigen oproept om rechtvaardig te leven en elkaar lief te hebben, zodat zij weten dat zij bij Hem horen. Bovendien kijken de gelovigen in de brief van Johannes uit naar het moment dat zij Jezus zullen zien. Ook dit is een bevestiging van zijn evangelie. Wie in de liefde blijft, blijft in God – en God blijft in hem.

Thomas zijn in onze tijd betekent dat je ergens de aansluiting hebt gemist met de anderen. Op de een of andere manier was je er niet bij toen het gebeurde. Of je kunt er niet bij wanneer het gebeurt. Dit kan vele redenen hebben. Valt iemand buiten de groep? Zijn er bepaalde omstandigheden? Zijn er belemmeringen in hoe iemand is? De leerlingen die Jezus hadden gezien tijdens de eerste ontmoeting, vertelden Thomas: ‘Wij hebben de Heer gezien!’ En Jezus zelf liet hem zijn wonden zien. Zij haalden Thomas erbij, kwamen hem tegemoet, lieten hem onderdeel zijn van het gebeuren. En zo kon Thomas de inhaalslag maken. Zo werkt de liefde in de gelovige gemeenschap.

Jirska van Hooijendonk, MA

Docent Nieuwe Testament
en Bijbelinterpretatie

Uitgelichte berichten