Psalm 72: Een gebed voor de koning

Overdenking ter gelegenheid van Koningsdag 2023.

Psalm 72 (NBV21)

Voor Salomo.

Geef, o God, uw wetten aan de koning, uw gerechtigheid aan de koningszoon. Moge hij uw volk rechtvaardig besturen, uw arme volk naar recht en wet.

Mogen de bergen vrede brengen aan het volk en de heuvels gerechtigheid. Moge hij recht doen aan de zwakken, redding bieden aan de armen, maar de onderdrukker neerslaan.

Moge hij leven zolang de zon bestaat, zolang de maan zal schijnen, van geslacht op geslacht. Moge hij zijn als regen die valt op kale akkers, als buien die de aarde doordrenken.

Moge in zijn dagen de rechtvaardige bloeien, de vrede wereldwijd zijn tot de maan niet meer bestaat. Moge hij heersen van zee tot zee, van de Grote Rivier tot aan de einden der aarde.

Laten de woestijnbewoners voor hem buigen, zijn vijanden het stof van zijn voeten likken. De koningen van Tarsis en de kustlanden, laten zij hem geschenken brengen.

De koningen van Seba en Saba, laten ook zij hem schatting afdragen. Laten alle koningen zich neerwerpen voor hem, alle volken hem dienstbaar zijn.

Hij zal bevrijden wie arm is en om hulp roept, wie zwak is en geen helper heeft. Hij ontfermt zich over weerlozen en armen, wie arm is, redt hij het leven.

Hij verlost hen van onderdrukking en geweld, hun bloed is kostbaar in zijn ogen. Leve de koning! Men zal hem goud van Seba schenken, zonder ophouden voor hem bidden, hem zegen toewensen, dag aan dag.

Er zal overvloed van koren zijn in het land, zelfs op de toppen van de bergen. Rijpe aren zullen golven als de bossen van de Libanon. Vanuit zijn stad zal voorspoed ontluiken als jong groen op de aarde.

Zijn naam zal eeuwig bestaan, zijn naam zal voortleven zolang de zon zal schijnen. Dankzij hem zal men zich gezegend noemen, en alle volken prijzen hem gelukkig.

Geprezen zij God, de HEER, de God van Israël. Hij doet wonderen, Hij alleen. Geprezen zij zijn luisterrijke naam, voor eeuwig. Moge zijn luister heel de aarde vervullen.

Amen, amen.

Hier eindigen de gebeden van David, de zoon van Isaï.

In de meest Bijbelvertalingen staat er boven Psalm 72 ‘Van Salomo’ of ‘Voor Salomo’. De meeste uitleggers zien in deze Psalm een kroningspsalm, geschreven ter gelegenheid van een inhuldiging van een nieuwe koning. Een Psalm waarin waarschijnlijk koning David bidt voor zijn opvolger, zijn zoon Salomo. Psalm 72 is dus een gebed, een gebed voor de koning.  

Aards Koningschap vertegenwoordigt Gods Koningschap

In dit gebed proeven we het verlangen dat de koning mag regeren zoals God het bedoeld heeft. In de Psalmen wordt de koning van Israël altijd als een vertegenwoordiger gezien van het koningschap van God. Daarom klinkt er ook zo’n hoog ideaal door in dit gebed, omdat het ideaal voor de koning is afgeleid van Gods koningschap. Dit koningschap staat ten dienste van het volk en is door God gegeven macht. En elke koning (of breder genomen: elke bestuurder), heeft dan ook een taakstelling om uitvoering te geven aan Gods wetten: een beleid dat zich kenmerkt door recht en gerechtigheid. De Psalmist is ervan overtuigd dat als Gods wetten worden nageleefd, te beginnen bij de koning, dat er dan grote zegen uit zal voortkomen. Psalm 72:16 zegt:

Er zal overvloed van koren zijn in het land, zelfs op de toppen van de bergen. Rijpe aren zullen golven als de bossen van de Libanon. Vanuit zijn stad zal voorspoed ontluiken als jong groen op de aarde.

Verlangen naar deze koning

Als we de Psalm leggen naast het leven van Salomo, dan zijn er diverse raakvlakken te ontdekken. Er was een tijd dat Salomo’s wijsheid, rijkdom en heerlijkheid alom geroemd werden, hij een groot en machtig rijk onder zich had en heel de toenmalige wereld naar hem toe kwam, denk aan de Koningin van Sheba.

Toch haalt Salomo in zijn koningschap de hoogte van deze Psalm niet. Salomo is ook de koning met de vele (heidense) vrouwen en de koning die de afgodendienst in Israël introduceerde. Salomo voldoet uiteindelijk niet aan het beeld van de koning waar in Psalm 72 voor gebeden wordt, net als de vele koningen na hem.

Ook in ons eigen land zijn we de afgelopen jaren geconfronteerd met falende overheden (denk aan het toeslagenschandaal en de afhandeling van de aardbevingenschade in Groningen). Het lezen van Psalm 72 confronteert ons dan ook met een gemis aan dit type koningen en leiders en wakkert het verlangen aan naar een koning die wél Gods wetten naleeft en recht en gerechtigheid brengt.

Bidden voor de koning

Psalm 72 is een gebed voor de koning. In het Nieuwe Testament lezen we dat Paulus in 1 Timotheüs 2:2 schrijft:

Bid​ voor alle koningen en gezagsdragers, opdat we rustig en ongestoord kunnen leven, in alle vroomheid en waardigheid.

Psalm 72 is hierin voor ons een voorbeeld. We mogen bidden voor onze koning en regeringsleiders en het verlangen uitspreken, dat in hen Gods koningschap weerspiegeld mag worden. Want als dat gebeurt, zal God Zijn zegen daaraan verbinden: Geef, o God, uw wetten aan de koning, uw gerechtigheid aan de koningszoon (72:1).

Leve de Koning!

Het lezen van Psalm 72 roept ook de vraag op om welke koning het hier eigenlijk gaat. Er zijn weliswaar vele toespelingen te herleiden naar het leven van koning Salomo, maar gaandeweg verandert de Psalm en gaat het steeds meer over een koning wiens regering ver uitstijgt boven welke aardse koning dan ook. De koning met een kleine letter, wordt een Koning met een hoofdletter. Want het koninkrijk dat in deze Psalm beschreven wordt, gaat ver uit boven alle aardse koninkrijken. Het is een eeuwigdurend Koningschap waarbij alle mensen zich voor deze koning neerbuigen en Zijn naam zullen aanbidden.

In vers 15 van deze Psalm staat de uitdrukking: Leve de Koning! In deze Psalm, in dit gebed wordt de Koning bejubeld en geprezen. Het is een uitbundige lofprijzing op deze Koning:

  • De vrede zal wereldwijd zijn tot de maan niet meer bestaat (v7)
  • Hij zal bevrijden wie arm is en om hulp roept (v12)
  • Hij ontfermt zich over weerlozen en armen, wie arm is, redt hij het leven (v13)
  • Hij verlost hen van onderdrukking en geweld, hun bloed is kostbaar in zijn ogen (v14)
  • Vanuit zijn stad zal voorspoed ontluiken als jong groen op de aarde (v16)

Met deze lofprijzing krijgt de Psalm ook een profetisch perspectief. Want David bidt zijn zoon de eigenschappen van Gods Koningschap toe en daarmee verwijst deze Psalm ook vooruit naar de volkomen belichaming van Gods Koningschap, de beloofde Messiaanse Koning, de Here Jezus.

Een gebed om Jezus

In de omschrijving van deze Koning in Psalm 72 herkennen we het leven van Jezus. Hij was bewogen met de armen, met de zieken, met de kwetsbare mensen. Hij kwam om mensen te bevrijden. Jezus was de belichaming van de Koning zoals deze in Psalm 72 wordt beschreven.

Jezus is gekomen naar onze wereld en heeft Zijn Koninkrijk gevestigd en laten zien hoe het leven eruit ziet als Hij Koning is. En zo zal het in de toekomst zijn, als Jezus  Zijn Koningschap voorgoed zal vestigen op aarde, op de dag dat Hij terugkomt en heel de schepping voor Hem zal buigen.

Hemelvaart vieren

En met verlangen kijken we juist ook met Hemelvaart reikhalzend uit naar die glorieuze dag dat onze Koning, Koning Jezus, terugkomt en heel de schepping en ieder schepsel Zijn heerschappij zal erkennen. Dan zal Hij hemel en aarde vernieuwen en zal er voorgoed een einde komen aan al het onrecht op aarde en ons eigen onvermogen om daar verandering in aan te brengen. Psalm 72 schetst ons het visioen van Gods nieuwe wereld, zoals dat op heel veel andere plaatsen in de Bijbel ook beschreven staat.

Er wordt een prachtig vredig beeld geschetst van een wereldwijde eeuwige vrede, een shalom die over de schepping wordt neergelegd. Er zal alleen maar vrede zijn en overvloed en er zal recht gedaan worden aan alle slachtoffers van onrecht. Jezus zal als de rechtvaardige Koning in eeuwigheid regeren (en wij met Hem; Opb. 19:16).

Psalm 72 biedt ons hoop en wakkert een verlangen aan naar de wereld die gaat komen bij Jezus’ wederkomst. Het geeft hoop aan iedereen die zucht onder het onrecht dat hem of haar is of wordt aangedaan.

Als we vanuit die blik Psalm 72 lezen, als een profetie over Jezus, dan krijgen de laatste verzen van deze Psalm ook een prachtige lading, waarin de naam van de Koning bejubeld wordt. Nergens in de Bijbel lezen we dat de naam van David, van Salomo of welke koning dan ook wordt aanbeden, want alleen de naam van God mag aanbeden worden. En deze Psalm sluit daarmee af in vers 17 en 19:

Zijn naam zal eeuwig bestaan, zijn naam
zal voortleven zolang de zon zal schijnen.
[…]
Geprezen zij zijn luisterrijke naam, voor eeuwig.
Moge zijn luister heel de aarde vervullen.
Amen. Amen.

Jesse van Nes
Algemeen directeur

j.vannes@evangelisch-college.nl

Uitgelichte berichten