Hoe houd je hoop in tijden van lijden?

Houd vol, houd vol Hij laat niet los

Het is een bemoedigende tekst en opbeurende melodie, iedere keer wanneer ik lied 789 van de Opwekkingsbundel hoor. Maar hoe doe je dat eigenlijk, volhouden? Hoe kun je God vasthouden wanneer je dreigt te vallen in het leven? Dat zijn vragen waar ik veel mee heb geworsteld de afgelopen jaren, omdat ik op korte termijn blind wordt. Maar hoe kan het dat ik dan toch God niet loslaat? Ik neem je graag mee in hoe ik ondanks lijden toch hoop vind door de woorden uit Psalm 126. Om jou te inspireren hoe jij in je eigen leven vol kan houden.

Opeens werd ik blind…

Om deze grote vragen te kunnen beantwoorden moet ik het eerst over die blindheid hebben. Want daar is natuurlijk wel wat aan vooraf gegaan. Je zal het niet zeggen als je mij nu op straat ziet lopen met een zonnebril en taststok terwijl ik mijn weg probeer te vinden, maar nog geen 7 jaar geleden kon ik net als ieder ander gewoon goed zien. En zag mijn leven er heel anders uit.

In het schooljaar van 2015 begon ik namelijk met grote toekomstverwachtingen aan de opleiding tot operatieassistent in het Maasstad Ziekenhuis van Rotterdam. Ik zag deze unieke mogelijkheid als Gods leiding in mijn leven. Maar na nog geen twee maanden werken veranderde dit perspectief volkomen. Want waar ik met het medische team patiënten opereerde, werd ik van de een op andere dag zelf patiënt en moest er op mij geopereerd worden. Wat was er aan de hand? Uit het niets ging mijn zicht achteruit door netvliesloslatingen. Eerst in mijn rechteroog, daarna in mijn linkeroog.

Binnen nog geen maand verloor ik mijn baan en toekomstperspectief, werd ik als 21-jarige jongvolwassene arbeidsongeschikt en belandde ik in een twee jaar lang durende medische nachtmerrie waarin ik negen keer ben geopereerd.

Waarom staat U al dit lijden toe en grijpt u niet in?

Dieptepunt

Met alles wat ik medisch gezien doormaakte kwam ik tot een dieptepunt in mijn leven. Niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. ‘Waarom staat U al dit lijden toe en grijpt u niet in?’ vroeg ik mij af. In mijn verlangen naar grip op het leven, ervaarde ik twijfel en zelfverwijt: ‘Wat heb ik gedaan dat dit mij allemaal overkomt?’. Ook is er in de kerk en mijn omgeving met man en macht voor genezing gebeden, maar toch bleef deze uit…

Ik merkte dat ik bepaalde geloofsopvattingen uit mijn jeugd niet kon matchen met de realiteit van mijn leven. Maar het geloof geheel loslaten, dat kon ik ook niet. Want wat blijft er dan nog in vredesnaam over?

Houvast in nood: Het antwoord van Psalm 126

In mijn worstelingen kwam ik in aanraking met Psalm 126. Een pelgrimslied dat een antwoord geeft op de vraag hoe je in vertrouwen kan volhouden wanneer je dreigt te vallen. Wat deze psalmist schrijft, raakt mij diep tot op de dag van vandaag.

Geschreven vanuit grote nood (vers 4) verlangt deze psalmist opnieuw naar een Goddelijk ingrijpen ‘zoals U water doet weerkeren in de woestijn’. Daarvoor gebruikt de psalmist een wonderbaarlijk natuurfenomeen als beeldspraak, de omkering van grote woestijn droogte naar water gevulde vlakten die allerlei leven voorbrengen. Iets wat alleen kan plaatsvinden vanuit Gods hand. Ook beschrijft de psalmist het proces van zaaien en oogsten (vers 5 en 6). Een proces dat twee kanten kent. Aan de ene kant wordt de weg van moeite en onzekerheid beschreven (‘in tranen zaaien’, ‘op weg gaan, dragend de buidel met zaad’), maar aan de andere kant spreekt de psalmist toch ook vol vertrouwen over uiteindelijke zegen (‘oogsten’ en ‘thuiskomen met gejuich, dragend de volle schoven’).

Herkenning

Deze tekst raakt mij omdat ik mij enerzijds ten diepste herken in die roepstem vanuit de nood voor een wonderbaarlijk ingrijpen van God (vers 4). Anderzijds herken ik mij in die weg van moeite en onzekerheid. Ik denk aan het leven wat soms radicaal anders loopt, de last die je in het leven moet dragen als de zware buidel met zaad. Of de grote onzekerheid in het op weg gaan in de woestijn – zal het zaaien wel wat opleveren in de droogte? En de tranen van verdriet in het blind worden; het verlies en het uit handen (moeten) geven van je gezondheid, de controle over je eigen leven/lot loslaten. Of in termen van psalm 126, het uit handen geven van het zaad en overgeven aan mysterieuze natuurprocessen waar God over waakt.

Nieuwe wonderbaarlijke hoop

Maar precies op deze weg van moeite en overgave, ontstaat er ondertussen wel iets wonderbaarlijks, iets wat ik nooit voor ogen had. Zo heeft God mij op wonderbaarlijke wijze op het spoor van de studie theologie gebracht, ben ik iedere keer opnieuw met precies de juiste personen in contact gekomen die mij een stukje verder helpen op mijn weg (zowel medisch als praktisch) en mag ik nu naast mijn verdere deeltijdstudie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam (tijdelijk) dienstbaar zijn voor het Evangelisch College. Maar meer dan dat heb ik door de studie theologie nieuwe hoop en houvast in het leven gevonden.

Maar meer dan dat heb ik door de studie theologie nieuwe hoop en houvast in het leven gevonden.

Ondanks het lijden, wat ook nu nog doorgaat tot het einde van mijn leven, mag ik weten dat God in de toekomst ‘alle tranen uit hun ogen zal wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn’ (Opb. 21:4) en in mijn geval blindheid. Want de God die op de troon zit en die door het wonderbaarlijke ingrijpen in de geschiedenis door Jezus heeft bewezen dat Hij werkelijk alles in Zijn hand heeft, zegt iedere dag opnieuw: ‘Zie, Ik maak alle dingen nieuw.’. Ja, die woorden zijn voor mij waar en betrouwbaar. Daar kan ik mij aan vasthouden in de wetenschap dat er een dag zal komen dat ik mag thuiskomen in gejuich, met een overvloed aan zegen (‘dragend de volle schoven’) en dat ik letterlijk mag zien dat God alle dingen nieuw maakt. Daar vind ik de kracht om ondanks alles vast te houden, want zoals Opwekkingslied 789 zegt: ‘Hij laat niet los’.

Drie dingen die jij kan meenemen voor je eigen leven

Wat kan jij nu met dit verhaal in je eigen leven? Laat ik de volgende drie punten meegeven.

1. Roep het uit in de nood
Zoals de psalmist in de nood bij God uitroept voor een wonderbaarlijk ingrijpen, zo mag jij ook in je eigen leven uitroepen naar God, of het nou kleine zorgen of grote dingen zijn. Spreek het uit, leg het aan zijn voeten neer. Jezus zelf, die als geen ander het lijden kent, doet dat zelf ook. Wanneer zijn ziel hevig verontrust is, smeekt Hij het uit en vraagt om verlossing voor het lijden: ‘Nu slaat de angst Mij om het hart. Wat moet Ik zeggen? Vader, laat dit ogenblik aan Mij voorbijgaan?’ (Joh. 12:27). Ofwel: Wat roep jij uit naar God?

2. Laat God, God zijn
Zoals de psalmist het zaad uit handen geeft, aan de voor hem mysterieuze natuurprocessen, zo doet deze psalm een appél op jouw leven om dat kostbare (misschien wel vitale zaad) uit handen te geven zodat God op zijn wijze daar een weg mee kan gaan. Is dat een gemakkelijk proces? Nee zeker niet, zoals deze psalm laat zien is dat een weg van moeite, onzekerheid en tranen. Maar jij moet wel bereid zijn om datgene los te laten zodat God daar op eigen wijze een weg in kan gaan. Bovendien dwingt de psalmist niet veeleisend af wat God zou moeten doen, hoeveel en wanneer Hij regen moet sturen of hoe groot de oogst precies moet zijn. Zo kan ook ik genezing niet bij God afdwingen, maar word ik en jij uitgedaagd om God, God te laten zijn. In hetzelfde smeekgebed zegt Jezus op diepgaande wijze: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft brengt hij veel vruchten voort. Wie zich aan zijn leven vastklampt, verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven loslaat, behoudt het voor het eeuwige leven.’ (Joh. 12:24-25). Anders gezegd: Waar denk jij aan als het gaat om het kostbare uit handen geven? Op welke plaatsen van je leven kun jij God de ruimte geven om God te zijn?

3. Wees verzekerd van Gods rijke zegen
Net als de psalmist die ondanks de nood toch vol vertrouwen is, mag jij in jouw leven verzekerd zijn van een overvloed aan zegen, wanneer jij die weg van overgave bewandelt. Het delen van verhalen van Gods wonderbaarlijke ingrijpen in het verleden (verzen 1-3) helpt ons om vast te houden aan die zekerheid. Zo hoop ik met mijn verhaal hier een steentje aan bij te dragen. Maar vertel ook eens jouw verhaal aan de mensen om jou heen. Waar heb jij iets mogen zien van Gods hand in je eigen leven?
Tegelijk mag jij beseffen dat boven al deze bemoedigende verhalen, Gods handelen in Jezus als een paal boven water staat, als de rijkste zegen ooit. Want na Jezus’ smeekbede zegt hij: ‘Laat nu zien hoe groot uw naam is, Vader.’ En spreekt God de Vader voor een derde keer direct in het leven van Jezus: ‘Ik heb mijn grootheid getoond en Ik zal mijn grootheid weer tonen.’ (Joh. 12:20). Die stem in het verleden en Jezus daadwerkelijke opstanding is het ware bewijs dat er geen enkele droogte te groot is waarin God geen water kan laten wederkeren om het land opnieuw tot leven wekken. Daarom, als jij ‘in tranen de weg op gaat, dragend de buidel met zaad’, mag je ervan verzekerd zijn dat je mag ‘thuiskomen met gejuich, dragend de volle schoven’ (vers 6).


Zo wens ik jou als mede pelgrim, die samen met je onderweg is naar huis, Gods rijke zegen toe in jouw leven!

‘Houd vol, houd vol, Hij laat niet los’

Maarten The
Communicatiemedewerker en theoloog

Uitgelichte berichten